De 12-jarige stadsjongen Niilas woont zolang hij zich kan herinneren bij zijn vader. Zijn Zweedse moeder Katarina kent hij nauwelijks. Vader en zoon zijn al jaren op elkaar aangewezen en hebben een hechte band. Deze zomervakantie moet de verlegen Niilas – zeer tegen zijn zin – afreizen naar Lapland waar zijn moeder en haar nieuwe gezin bij de Sami, tussen de rendieren, wonen.